| |
Met de korst op Graskarper
Het is een zonnige, warme zomerdag in juli. Stapvoets rijdend
langs een wetering zit ik te turen naar beweging in het wateroppervlak. Er is
niet veel te ontdekken, op een school voorntjes na, die in het oppervlak zit te
spelen. Ik besluit uit te stappen en nog eens rustig langs de waterkant te
lopen. Ik pak een handvol korsten en werp die in het water. Daarna loop ik,
gewapend met een spinhengel, schepnet en een zak brood, rustig een eind langs de
wetering, op zoek naar tekens van aanwezigheid van graskarper. Er is echter
niets te vinden... Ik loop maar weer terug naar de auto om ergens anders te gaan
kijken. De korsten drijven nog steeds onaangeroerd in het water...
---
Het vissen met de korst op graskarper is een echte zomerse bezigheid, die het
vissershart meerdere malen tot recordsnelheden laat kloppen. In de periode dat
de snoek het in de polder vaak laat afweten door de warmte, zijn de
karpersoorten juist het meest actief. Als echte zonaanbidders zijn deze vissen
in de bovenste waterlagen te vinden, waar ze genieten van de lekkere zomerzon.
Het vissen op de karpers kan op verschillende manieren gebeuren. De meest
bekende methode is waarschijnlijk wel het vissen met boillies. Voor polderwater
is deze methode echter zelden succesvol. De hoofdoorzaak is dat deze relatief
kleine wateren simpelweg te ondiep en te klein zijn om fatsoenlijk de montage
uit te werpen. Daarnaast zal de vrij zware montage te makkelijk wegzinken in de
zachte bodem. Ook zal er weinig spektakel te beleven zijn, doordat de relatief
kleine karper met naar verhouding veel te zware hengels gevangen zullen worden.
Alleen de meertjes en grotere vaarten zullen dan enig succes opleveren.
Een ander, meer succesvolle manier is het vissen met een pen en bijvoorbeeld
maïs. Hiervoor worden middellange spinhengels gebruikt, die meer sport leveren
bij het drillen van een karper. Deze manier van vissen leent zich uitstekend om
bij overhangende takken of rietkragen de vis te verleiden tot een aanbeet.
Toch wel de meest spectaculaire manier van het vangen van graskarper (of elke
andere karpersoort) is door het vissen met een broodkorst en een lichte
spinhengel. De vis is dan op die plek te belagen waar die zich op dat moment
bevindt: in het wateroppervlak. Omdat dit naar mijn mening toch wel de meest
spectaculaire methode is, vis ik alleen maar met de korst op (gras)karper.
Welliswaar alleen in de zomermaanden dan...
---
Eenmaal weer terug in de auto, start ik de motor en wil weer verder rijden.
Opeens zie ik in mijn ooghoek een korst met grof geweld uit het wateroppervlak
gegrepen worden. Daar zijn ze dus! Voorzichtig stap ik weer uit de auto, pak m’n
hengel, schepnet en brood en sluip voorzichtig terug naar de waterkant. Een
beetje zenuwachtig doe ik een korst aan de haak, dompel hem even in het water
voor wat extra werpgewicht en werp in de richting van de overige korsten. Met
een zachte plons landt de korst langs de rand van de groep korsten. Nu maar even
rustig afwachten op wat komen gaat...
Weer wordt een korst gegrepen. Dit keer een heel stuk subtieler. Niet veel meer
dan een karpersnuit die even door het wateroppervlak heen komt. De korst
verdwijnt en een kleine boeggolf is alles wat nog volgt. Daarna wordt het
rustig. De karpers lijken vertrokken of hebben mij misschien alweer in de
gaten... Na een tiental minuten besluit ik verder te gaan kijken.
Ook bij een volgende plek is geen actieve karper te vinden. Toch maar weer
verder kijken dan. Ik kom bij een kleine sloo, waarvan ik weet dat er grote
karper zit. Ze zijn er heel erg schuw, maar ze zijn dan ook heel erg groot.
Altijd de moeite waard om het te proberen. Ik zet de auto in de berm, pak mijn
wapenuitrusting weer en sluip een eindje langs de sloot, waarbij ik zorgvuldig
een eindje bij het water wegblijf. Na een eindje lopen, zie ik een groep karpers
in het midden van de sloot in het oppervlak liggen. Dankzij mijn zonnebril met
gepolariseerde glazen zie ik de karpers al vrij snel. Daardoor kan ik een eindje
bij ze uit de buurt blijven en is de kans op verjagen een stuk kleiner.
Ik doe weer een korst aan de haak en sluit heel voorzichtig richting de oever.
Even onderdompelen en de korst zeilt richting de karpers. Met een zachte plons
landt de korst een eindje voor de eerste karpers van de groep. Direct komt er
beweging in de vissen. Een beetje zenuwachtig, maar ook nieuwsgierig zwemmen er
enkelen richting de korst, om vervolgens een stukje richting de bodem te zakken,
waarna ze verder zwemmen...
---
Dat is typisch gedrag van graskarper. Uit nieuwsgierigheid komen ze een kijkje
nemen, maar zijn dan toch zeer achterdochtig. Daarom lijken ze hun interesse te
verliezen en zwemmen ze door. Het is echter heel verstandig om de korst gewoon
te laten liggen. Vaak komen ze namelijk een paar minuten later terug en wordt de
korst alsnog gepakt. Het sleutelwoord is geduld...
De manier van de korst op de haak doen, is ook niet onbelangrijk. Belangrijk is
dat de haak niet zichtbaar is. Ook moet de korst uiteraard goed op de haak
zitten, anders kun je er niet goed mee werpen. Geod taai brood is dan erg
welkom. Ik haal altijd het goedkoopste witbrood die er is. Of anders van dat
knip-brood. Dat brood heeft altijd lekkere taaie korsten aan de bovenzijde.
Droge Korst |
Natte Korst |
Wat ook vaak werkt, is bevroren brood in de magnetron flink
snel ontdooien. Het brood wordt dan langs de randen te warm en krijgt daarna
taaiere korsten.
Een dubbelgevouwen korst waar de haak doorheen gehaald is. De haak is bij een
droge korst al niet meer te zien en als de korst nat is nog minder, omdat deze
dan uitzet door het water. Ook zit de haak stevig in de korst, omdat dankbaar
gebruik gemaakt wordt van de taaie broodrand. Met goed brood en een voorzichtige
worp kan zelfs een reeds gebruikte korst nog een keer ingeworpen worden.
>>>> lees verder op de volgende pagina
KLIK HIER >>>>
|