| |
De uitrusting
Zoals al in de tekst was te lezen, is de uitrusting voor
het vissen op de karper in deze kleine wateren eenvoudig en licht. Dat moet ook
wel, want je moet goed in staat zijn om steeds snel en geruisloos van plek te
kunnen veranderen. Je jaagt echt achter de vis aan, steeds opzoek naar groepjes
vis die in het oppervlak ligt te zonnen, of beter nog, vissen die op zoek zijn
naar voedsel.
Als hengel voldoet een spinhengel met niet te strakke actie met een werpvermogen
van zo’n 25 gram. Een hengellengte van rond de 2,4 meter is mij het beste
bevallen. Met een kortere hengel kun je vaak niet voldoende over de begroeiing
op de oever komen. Met een langere hengel is het op kortere afstanden moeilijker
precies te werpen. Ik heb een hele tijd met een 10-grams spinhengeltje gevist
van 2,10 meter lang. Het ging op zich prima, maar de lengte was vaak niet
voldoende. Het gaf wel enorme sport, maar toch miste wel eens de controle die je
met een langere en iets stevigere hengel beter hebt.
Een belangrijke voorwaarde voor het gebruik van dergelijke lichte hengels op een
sterke vis als de karper is een hele sterke, betrouwbare lijn. Daarvoor is de
gevlochten lijn uitstekend geschikt: enorme trekkracht bij hele dunne diameters.
Daar kunnen wij bij deze manier van vissen eigenlijk alleen maar voordelen
uithalen. En lijn met 10kg trekkracht heeft toch een diameter van slechts rond
de 0,16mm. Ideaal voor het vissen in het oppervlakte met de korst. De dunne lijn
zorgt voor goede werpafstanden met slechts een korst aan het einde van de lijn.
Een ander groot voordeel ten opzichte van nylon: de lijn is zacht en soepel.
Omdat de lijn in het oppervlak ligt (en gevlochten lijnen blijven beter drijven
dan nylon lijnen) is deze ook zichtbaar voor de karper. Het is me regelmatig
gebeurd dan een karper de lijn pakte uit nieuwsgierigheid. Bij een nylon lijn
zal de vis direct onraad bespeuren; de lijn voelt hard en onnatuurlijk aan. Maar
bij een gevlochten lijn is er niets aan de hand. De vis pakt de lijn, zwemt er
hooguit een stukje mee rond en laat het vervolgens los. Weer wat achterdocht
verdwenen, wat je vangstkansen vergroot.
Tot slot is het door deze dunnen lijnen beter mogelijk om tussen de planten te
vissen, daar waar de karpers meestal voedsel zoeken. Omdat de lijn zo dun kan
zijn, snijdt deze ook veel beter door de planten heen tijdens een dril. Hierdoor
is er minder kans op vastzwemmers in de plantenbende en is de vis toch op de
moeilijkere plaatsen te belagen.
Al met al reden genoeg dus om voor de (duurdere) gevlochten lijn te kiezen.
De spinmolen die goed bij de hengel past wat betreft formaat en gewicht, moet
beschikken over een uitstekende slip. Deze zul je namelijk heel erg hard nodig
hebben! Een slip die probleemloos lijn afgeeft, zonder haperen. Elke hapering
kan het einde van de dril betekenen door lijnbreuk of omdat de haak losschiet.
Daarnaast moet de spoel goed gevuld zijn. Niet te ver, want dan is het risico op
het werpen van die bekende vogelnestjes erg groot. Het grote voordeel is meteen
het enige nadeel van gevlochten lijn: door de soepelheid raakt de lijn
gemakkelijk in de knoop. Dus niet teveel opspoelen. Wel ruim voldoende: hoe
beter de spoel in gevuld, hoe beter en verder geworpen kan worden. Aan het einde
van de lijn wordt slechts één enkele haak geknoopt. Het is echter wel van
cruciaal belang dat de haak zeer goed geknoopt wordt! Door de rekloze lijn komen
alle krachten volledig op de knoop en de haak te staan! De haak moet daarom ook
erg sterk zijn. Helaas zijn goeie sterke haken van een beetje formaat lastig te
vinden. De meeste haken zijn te klein. De korst blijft dan niet goed zitten voor
een stevige worp. De grotere haken zijn vaak dundradig, zodat ze te makkelijk
uitbuigen tijdens de dril van een graskarper.
De reden voor een niet te kleine haak is omdat de korst erg slecht op een kleine
haak blijft zitten. Zeker als de korst nat is. Deze wordt dan namelijk zacht en
zal makkelijk van de haak af vallen. Een vrij grote haak is dus beter.
Een ander onderdeel van de uitrusting is ook niet onbelangrijk: een stevig
schepnet, groot genoeg om een behoorlijke graskarper goed te kunnen landen. Een
echt kaprernet zoals de boillievissers gebruiken zou ik afraden: die zijn gewoon
te groot om nog fatsoenlijk mee langs de waterkant te kunnen struinen. Het is
heel belangrijk dat de gehele uitrusting makkelijk en snel te verplaatsen is.
Een landingsnet net met een gesloten frame is het best. Ze zijn niet inklapbaar,
maar zijn veel sterker dan de netten met een open voorzijde. Bij dit soort
netten worden de twee helften dan met een koord of iets dergelijks met elkaar
verbonden. Door deze contructie is het net inklapbaar, maar ook veel zwakker.
Door het gewicht van een behoorlijke karper zal het net niet lang meegaan.
Daarom raad ik dergelijke netten af.
Om wat extra spullen mee te nemen, zoals de visdocumenten, een tangetje, extra
haken, weegschaaltje, enz., draag ik een visjasje met een heleboel zakken. Zo
heb ik alles bij me, zonder dat ik steeds een tas mee moet nemen. Het enige
losse spul dat ik bij me heb, is een schepnet, een hengel en een zak brood. De
andere benodigde spullen zitten in het jasje. Zo hou je je beweeglijkheid het
meest optimaal.
Met polaroid |
Zonder polaroid |
Tot slot een klein, maar heel fijn onderdeel
van de uitrusting om te hebben: een zonnebril met gepolariseerde glazen. Dit
soort zonnebrillen haalt de hinderlijke schitteringen voor een groot deel van
het wateroppervlak af. Hierdoor is het veel beter mogelijk om in het water te
kijken. Doordat je zicht zo verbeterd wordt, ben je in staat om de karper veel
eerder te ontdekken, dan wanneer je niet zo’n dergelijke bril op hebt. En hoe
eerder je precies weet waar de karpers zich bevinden, hoe beter je vangstkansen
worden...
>>>> lees verder op volgende pagina
KLIK HIER >>>
|